K-24 luchtcamera
De B-25 van Hagers is uitgerust met stereoscopische
camera's. Tijdens één vlucht worden stroken land van 2000km lengte
stereoscopisch gefotografeerd. Daarnaast worden nog honderden
'overboord' foto's genomen. De vluchten vinden plaats op 17.000ft hoogte
(5,5km). Met name de fotograaf (lt. Olsen) heeft een hele koude baan in
het onverwarmde deel van de B-25.
Tijdens een van de vluchten valt hij tijdens het maken van een overboord foto bijna uit een luik als Hagers onverwacht een bocht inzet. De opvallende krater waarvan hij juist een foto wil maken wordt daarna het 'Olsengat' genoemd. Tijdens de fotovluchten worden vele unieke landkenmerken ontdekt. Zo wordt vastgesteld dat de Baliem rivier voor een deel ondergronds loopt. Grote meren worden ontdekt en door de vliegers benoemd. Het 'Hagersmeer' en het 'Reesmeer' zijn daarvan voorbeelden. Deze praktijk wordt al snel verboden. Ontdekken is prima maar namen geven niet.